Overslaan naar inhoud

34. Help, mijn kindje praat niet in de klas

door Janne Fret

Thuis staat de mond van je kind geen vijf minuten stil. Maar op school? In de muziekschool? Of op de scouts? Daar komt er geen woord uit. Klinkt dat herkenbaar? Dan is je kindje misschien heel verlegen óf heeft het selectief mutisme. Wat dat is en hoe je ermee aan de slag gaat? Dat ontdek je in deze blog!

Verlegenheid troef

Emma en Noah zijn twee verschillende kinderen, zowel qua uiterlijk als karakter. Noah duikt head first en met volle goesting in élke situatie. Zo was hij op zijn eerste schooldag meteen ribbedebie om te spelen in het ballenbad. Mij of Emma had hij niet meer nodig, in tegenstelling tot de andere kindjes die aan de benen van mama of papa bleven hangen.

Het verschil met Emma kan niet groter zijn. De eerste maanden aan de schoolpoort vloeiden er elke dag tranen. In alles wat ze doet, is ze heel afwachtend. Ze observeert de situatie heel goed en pas als ze zich helemaal veilig voelt, zal ze deelnemen. Haar verlegenheid ging zelfs zo ver dat ze in de eerste kleuterklas tot de herfstvakantie geen woord heeft gezegd. Niets. Zo onder de indruk was ze van de nieuwe situatie, de nieuwe juf en de nieuwe kindjes.

Ook in mijn logopedistenpraktijk vragen ouders me vaak: “Hoe kan ik mijn kindje meer laten praten in de klas, want hij zegt niet zoveel?” Daar is het allereerst belangrijk om te beseffen dat er een groot verschil is tussen verlegen kindjes en kindjes met een stoornis zoals selectief mutisme.

Wat is selectief mutisme?

Selectief mutisme is een angststoornis waarbij kinderen thuis wél praten, maar in bepaalde situaties zoals school niet. Het komt voor bij ongeveer 7 op 1000 kinderen en ontwikkelt zich meestal tussen de 3 en de 5 jaar. De meeste kinderen willen overigens graag praten, en vinden het zelf vaak erg dat dat niet lukt. Vaak gaan er ook andere angsten gepaard met selectief mutisme. Als die angst te diep zit, word je in uitzonderlijke gevallen doorverwezen naar verdere gepaste hulp, zoals een psycholoog. In dat geval kan ik als logopedist niet meer helpen, omdat we er niet voor zijn opgeleid.

Selectief mutisme is bovendien niet zo eenvoudig te definiëren, want er zijn een aantal voorwaarden waaraan je kindje moet voldoen, voor we kunnen spreken van selectief mutisme in plaats van verlegenheid.

Langer dan een maand niet spreken

De eerste maand in de nieuwe situatie waarin je kindje niet spreekt, telt eigenlijk niet mee. Gaat je kindje net naar school, naar de scouts of de tekenschool en spreekt hij of zij niet? Dan telt die eerste maand van niet spreken niet mee.

Pas als je kindje ná die eerste maand en de daaropvolgende vier weken nog niet spreekt, kan je spreken van selectief mutisme.

Emma sprak in haar geval een maand en drie weken niet. Had ze nog een week langer niet gesproken, dan had het selectief mutisme kunnen zijn.

Geen gebrek aan gesproken taal

Een tweede voorwaarde? Je kindje moet de gesproken taal voldoende kennen of er voldoende vertrouwd mee zijn. Bij kindjes die thuis in een andere taal worden opgevoed dan de schooltaal en op school bijvoorbeeld niet spreken, tellen de eerste zes maanden niet mee.

En dat is heel logisch: als je de taal niet kent, ga je ze niet meteen kunnen spreken. Stel dat jij morgen naar een Chinees bergdorp verhuist waar men enkel Chinees spreekt, terwijl jij die taal niet kent, dan zal je die eerste zes maanden zelf niet veel zeggen omdat je dat simpelweg niet kan. Spreekt het kindje ondertussen de schooltaal wél, maar zegt hij of zij toch niets? Dan kunnen we het wel als selectief mutisme benoemen.

Geen gevolg van andere stoornis

Een derde voorwaarde om te spreken van selectief mutisme is dat de symptomen geen gevolg zijn van andere stoornissen, bijvoorbeeld stoornissen in de spraakvloeiendheid zoals stotteren, autisme, schizofrenie of andere psychotische stoornissen.

Is je kindje verlegen of heeft het selectief mutisme? Dan kan je alvast thuis aan de slag met deze tips.

Tips om met verlegenheid om te gaan

Als een kindje moeilijk durft te praten, dan kan een handpop of de favoriete knuffel van het kind helpen. Deze tips kan je thuis gebruiken, maar ook als kleuterjuf of als kinderverzorger in de crèche

  1. Laat het kindje tegen de handpop of de knuffel praten: de knuffel kan niet terug praten, dus de angst voor een negatieve of moeilijke reactie valt weg, waardoor de drempel om te spreken verlaagt.
  2. Gebruik de handpop als spreekbuis: laat het kindje zijn of haar handje erin steken en via de handpop praten. Dat voelt minder eng omdat ze in hun hoofd niet zelf aan het praten zijn.
  3. Laat de handpop verlegen zijn en niet durven te praten: alle kindjes in de klas kunnen dan samen nadenken over hoe het is om iets niet te durven. Want we durven allemaal wel eens iets niet. De ene durft een spin op te pakken, de andere niet. De ene durft van een stoel te springen, en jij misschien niet. Samen leren jullie de handpop dan om te gaan met zijn angst, waardoor hij wél durft te praten. Dat creëert herkenbaarheid voor het verlegen kindje of voor de broertjes of zusjes ervan. En zo normaliseer je het thema.

Tips om met selectief mutisme om te gaan

Kindjes met selectief mutisme laten praten is veel moeilijker dan bij verlegen kindjes. Het gaat er dan ook stap voor stap aan toe. Zelf begin ik met de allerkleinste geluidjes te maken. Dat doen we in de therapie met de ouders, om daarna uit te breiden naar andere sociale situaties, zoals de wachtzaal, de lift, de bakker, thuis én uiteindelijk in de moeilijke situaties zoals school.

  1. Begin met het uitblazen van een kaarsje: als je een kaarsje uitblaast, maak je een minimum aan geluid. Blaast het kindje het theelichtje uit? Dan beloon ik hem of haar meteen met een sticker, een parel, een strijkparel, een autootje dat de garage mag binnenrijden, noem maar op. Ik weet dat niet iedere ouder fan is van een beloningssysteem, maar ik merk dat het bij deze kindjes in deze situatie wel goed werkt. Daarna blaas ik als logopediste of jij als ouder het kaarsje ook uit en krijg jij ook een beloning. In dezelfde tijdspanne breiden we dat dan uit naar andere sociale situaties: eerst blazen we de kaarsjes bijvoorbeeld aan tafel uit, dan bij een collega in het kantoor, in dan in de wachtzaal en dan in de lift, bijvoorbeeld. Overal krijgen het kindje en jij een beloning.
  2. Maak dan het volgende geluidje: bellenblazen. Qua geluid is er een minimaal verschil, al moet je kindje wel langer en harder blazen. Ook dit geluidje pak je weer op dezelfde manier aan en breidt je uit naar andere sociale situaties.
  3. Maak dan geluidjes waarbij je je stem niet hoeft te gebruiken, zoals sissen als een slang (‘sss’).
  4. Maak geluidjes waarbij je je stem wél gebruikt, zoals zoemen zoals een bij (‘zzz’) of zoeven als een stofzuiger (‘vvv’).
  5. Bouw op naar woordjes, benoem afbeeldingen, en bouw zinnetjes. En zo leert je kindje stap voor stap om te durven te praten.

Deze tips kan je ook bij verlegen kindjes gebruiken, natuurlijk!

Twijfel je of je kindje verlegen is, dan wel selectief mutisme heeft? Mail naar podcast@detaaltoren.be of stuur ons een berichtje via Instagram. Trek je naar een logopedist? Zoek dan goed uit of hij of zij selectief mutisme inderdaad behandelt.

Wil je als (kleuter)juf of logopediste zelf aan de slag met selectief mutisme? Dan past onze online training erover misschien wel bij jou. Neem gerust een kijkje op onze webpagina waar je alle informatie vindt.

Veel oefenplezier!

Janne

Aanmelden om een reactie achter te laten
33. Mijn stotterverhaal
door Janne Fret