23. Waarom buiklig zo belangrijk is voor de ontwikkeling

met kinderkinesistes Ellen Damiaans en Ilona Nijssen

Buiklig, kruipen, zitten, stappen: sommige kinderen doen het allemaal, anderen slagen wat stapjes over. Dat is ongelofelijk jammer, vertellen Ellen en Ilona, de twee kinderkinesisten van Educate and Inspire. Want: zo gaan er heel wat cruciale vaardigheden voor de verdere ontwikkeling verloren! In podcastaflevering 23 vertellen ze waarom buiklig zo belangrijk voor de ontwikkeling van je kindje is!

Vertel ’ns Ellen en Ilona: wie zijn jullie en wat doen jullie?

Ellen: Ik ben Ellen, getrouwd en mama van twee zoontjes. Ik ben kinderkinesiste in mijn eigen praktijk, best sportief en een enthousiast en gedreven persoon.

Ilona: Ik ben Ilona. Ik werk bij Ellen in de praktijk en ben gepassioneerd door het werken met baby’s. Ellen en ik hebben elkaar in die passie gevonden en beslisten om daarrond een project op te zetten: Educate and Inspire. Wat weinig mensen weten is dat de ‘E’ van ‘Educate’ van ‘Ellen’ komt en de ‘I’ van ‘Inspire’ van ‘Ilona’. Bij ‘educate’ willen we ouders tips geven over de ontwikkeling van hun baby. En bij ‘inspire’ willen we hen inspireren om op de juiste manier met hun kindje bezig te zijn en te spelen om zo de motorische ontwikkeling te stimuleren én op een mooie manier te verbinden met hun baby.

Ik heb daarin zelf een heel parcours afgelegd met Emma en Noah. Toen Emma 4 à 5 maanden was, wilde ze absoluut niet op haar buik liggen. Ze schreeuwde moord en brand. En toen zei de kinderarts: “Je moet het toch doen, want buiklig is belangrijk”. Ik vond het toen zo moeilijk om als nieuwe mama door te duwen, terwijl je kind daar hysterisch lag te krijsen.

Ilona: Buiklig is inderdaad de basis van de hele motorische ontwikkeling. Eigenlijk zijn baby’s gemaakt om vanaf de geboorte al op hun buik te liggen. Maar door de hele wiegendoodpreventie raadt Kind en Gezin aan om het baby’tje op de rug te leggen om te slapen. Alleen onthouden ouders ‘om te slapen’ niet en leggen ze daarom hun kindje overdag ook amper op de buik. En dat is enorm jammer. 

Die buiklig kan al vanaf dag één. Bijvoorbeeld lekker gezellig op de borst, dicht bij jou, wat ook nog eens goed is voor jullie hechting. Die buiklig is dus enorm belangrijk, omdat alle volgende fases zoals kruipen, zitten en stappen voortbouwen op voorwaarden die ze in buiklig leren.

Wat als je kindje dat echt niet wilt, zoals Emma, wat doe je dan?

Ellen: Eerst en vooral moet je kijken naar waarom ze dat niet wou. Misschien kon ze haar hoofdje nog niet goed optillen omdat ze daar nog niet sterk genoeg voor was? Voor een baby’tje dat veel van de omgeving wil zien, is buiklig niet de fijnste houding: ze kunnen nog niet echt rondkijken. Een tip? Zorg ervoor dat je zichtbaar bent. Ga bijvoorbeeld op ooghoogte bij je baby liggen. Dan heeft hij niet het gevoel dat hij je ‘kwijt’ is, en begint hij misschien minder snel te huilen in buiklig.

Een tweede tip? Creëer hoogte, zodat hij beter kan rondkijken. Leg het opvoedingskussen op tafel, leg je baby er in buiklig op en ga zelf op een stoel ernaast zitten, waar hij je kan zien. En dan liefst op ooghoogte. Zo kan je oefenen op die buiklig en ontdekt hij wat van de wereld.

Emma was van in het begin heel alert en gefascineerd door alles wat bewoog en geluid maakte. Ze wou dan ook snel zitten om rond te kijken. Omdat ze niet graag op haar buik lag, nam ik haar op mijn schoot of zette ik haar in haar wippertje. Op haar 5 maanden kon ze volgens mij al zitten.

Ilona: Dat horen we vaak van ouders met kindjes die niet graag op de buik liggen. Je hoort je kindje niet graag wenen of krijsen. En als jonge, nieuwe ouder denk je al snel dat je iets fout doet of dat er iets mis is. Dus zoek je houdingen waarin je kindje wél tevreden is. En heel vaak is dat inderdaad in zit, omdat ze daarin dingen zien die ze anders niet zien. Als ouder merk je dat dat werkt, dat het gemakkelijk is en voor rust zorgt, dus doe je het vaker. Dat is een hele normale reflex. Maar weet dat die buiklig belangrijk blijft en vanaf dag één kan. Op de borst is goed genoeg, dat hoeft nog niet op de mat te zijn.

Bouw het rustig ook rustig op. Je hoeft je kindje geen half uur op de buik te leggen. Begin de eerste keer misschien met 10 seconden, de volgende keer een half minuutje en daarna een minuutje. Ze gebruiken heel wat spieren en die moeten natuurlijk in kracht opbouwen. 

Ouders hebben ook vaak een schuldgevoel. Ze denken dat ze iets misdoen, of dat ze hun kindje niet genoeg gestimuleerd hebben, maar dat is niet zo. Het is een hele normale reflex als ouder om je kindje niet te willen laten wenen. 

Ellen: We merken dat ouders bijvoorbeeld wel het advies van de arts of Kind en Gezin krijgen om hun kindje op de buik te leggen, maar niemand vertelt je hoe je dat moet doen. Dat is ons doel bij Educate and Inspire: die kennis delen, zodat ouders alle info op voorhand hebben en stap voor stap uitleggen waarom het zo belangrijk is dat je kindje op z’n buik ligt, kruipt of in zijzit zit. 

Emma kon dus al snel zelf zitten, maar in plaats van te kruipen begon ze te poepschuiven om vooruit te raken. Is er een link tussen weinig buikliggen en billenschuiven?

Ellen: Die link is er inderdaad. Emma is heel snel neergezet, zat snel op schoot en in de wipper. Die houding is dan ook het enige mechanisme dat ze kent om vooruit te raken, ze heeft geen andere bewegingspatronen geleerd. Elke baby wil zich van nature voortbewegen, exploreren en speeltjes zelf bemachtigen. Dat billenschuiven was het enige patroon dat in haar lijfje aanwezig was, dus gebruikt ze wat ze kent.

Ilona: In buiklig worden de meeste voorwaarden om tot kruipen te komen getraind. Denk maar aan het opduwen op de armpjes, knietjes eronder trekken, … Als je nooit op je buik ligt, kan je nooit tot die kruiphouding komen en wordt het moeilijk om je voort te bewegen. Om die vaardigheden op te bouwen maakten we onze videotraining Kruipen, vol met oefeningen in ruglig en buiklig. En ook oefeningen in zit, specifiek voor de billenschuivers, aangezien terug vertrekken vanuit buiklig bij hen niet werkt.

Ellen: We horen het ouders vaak zeggen: “Ik heb echt geprobeerd haar terug te doen kruipen en de armpjes en beentjes juist te zetten”. Maar dat werkt niet. Dan zakken ze als een puddinkje in elkaar omdat hun armen niet sterk genoeg zijn en ze hun knieën niet kennen. Vergeet ook niet dat kruiphouding niet simpel is, zelfs voor ons als volwassenen niet. Het vergt veel spierwerk en controle. En bij buiklig bouwen ze die controle vanzelf op, als je er op tijd aan begint.

Stel je hebt thuis zo’n billenschuiver, wat kan je dan wel zelf doen?

Ilona: Je baby buiklig aanleren wordt moeilijk, want je bent al voorbij dat punt, wat voor frustratie zal zorgen. Daarom start je best met oefeningen in zit, zoals je ook in onze videotraining leert. 

Dit zijn enkele tips. Kies voor een ruwe ondergrond. Je baby zal waarschijnlijk vlot schuiven over tegels en parket, maar op tapijt wordt het al een stuk moeilijker. Daardoor zullen ze andere manieren en houdingen zoeken om vooruit te komen, zoals die kruiphouding, als ze aan de voorwaarden voldoen om daar überhaupt in te raken.

Leg ook obstakels op hun weg, zoals het borstvoedingskussen of andere kussens. Daar kan je kindje niet overheen schuiven. Ook dan daag je ze weer uit om andere houdingen uit te proberen.

Nu je het over obstakels hebt: toen Emma 12 maanden was, zijn we begonnen met peuterturnen. Daar moest ze inderdaad over trapjes en andere dingen klauteren, in tunnels kruipen enzoverder. Daar kroop ze wel, al begon ze zich thuis ondertussen recht te trekken aan de spijlen van haar park. Niet vanaf haar knieën, maar van poep meteen naar stand. Dat is ook niet helemaal juist?

Ellen: Dat is knap van haar, want dat wil zeggen dat ze hele sterke armspieren had. In onze ervaring komen de billenschuivers vaak vast te zitten. Ze willen omhoog en raken er niet want ze missen kracht, terwijl ze zien hoe leeftijdsgenootjes op de kinderopvang daar wél in slagen. Dat zorgt voor enorm veel frustratie. Het is belangrijk dat die kindjes vanuit zit, via zijzit op hun knieën komen en dan gaan staan. Heel die opbouw over hoe billenschuivers tot de juiste houdingsverandering komen, die leggen we stap voor stap uit in de videotraining.

Ilona: Er zitten namelijk heel veel stapjes tussen die ouders niet zien en die simpel lijken, maar eigenlijk is het helemaal niet zo eenvoudig. Bovendien speelt de volgorde van al die stapjes een grote rol voor de verdere ontwikkeling.

Ellen: Alles heeft zijn nut voor de fases erna. Stapjes overslaan? Dat zien wij niet graag als kinderkinesist. Dan gaan bij ons de alarmbelletjes af.

Toen Emma 14 maanden was en begon te stappen, dacht ik dat alles nu in orde was. Maar dat is het niet he. Wat zijn de gevolgen als je kindje kruipen overslaat? Op welke dingen kan ik bijvoorbeeld nu nog letten?

Ellen: Kruipen heeft onnoemelijk veel voordelen die bovendien wetenschappelijk bewezen zijn. Kunnen kruipen zit bijvoorbeeld al voorgeprogrammeerd in je hersenen. Het is het eerste moment waarop je linker- en rechterhersenhelft heel hard moeten samenwerken om gekruiste coördinatie van handen en voeten mogelijk te maken. Tijdens het kruipen worden die netwerkjes in de hersenen continu getraind en versterkt.

Ilona: De samenwerking van die twee hersenhelften heeft je kindje later nodig, zoals bij alle schoolse vaardigheden en de automatisaties daarvan. Daarom wil je die connecties zo vroeg mogelijk versterken. Het is bovendien nooit te laat om aan kruipen te beginnen, ook al stapt je kindje al. Je kan het altijd introduceren in een spel. Maak bijvoorbeeld een kruipparcours onder stoelen. Of leg een laken over de tafel, waar je kindje onder moet kruipen. Of bouw een parcours op de zetel, … 

Ellen: Het peuterturnen waarover je het had, is ook een goed idee. Bovendien doe je het ook altijd samen, wat meteen een fijn moment voor jullie samen is. Ik heb het ook met mijn kindjes gedaan. Wat er daar gestimuleerd wordt, dat kan je thuis niet.

Daar klauterden we over verschillende obstakels, hingen we aan ringen, aan een bar, deden we evenwichtsoefeningen en moesten we veel rollen: allemaal verschillende dingen die goed waren voor haar motoriek.

Ilona: Dergelijke oefeningen doen we met oudere kinderen ook vaak in de praktijk: kruipen, rollen, noem maar op. We keren terug naar de grond en doen alle oefeningen die ze als baby hadden moeten doen om die basis op te bouwen en zo ook andere ontwikkelingen verder te zetten zoals de oogsamenwerking de ze later nodig hebben.

Ogen die goed of minder goed kunnen samenwerken, … daar heb ik eigenlijk nog nooit over nagedacht.

Ellen: Een kruipende baby stelt zijn blik voortdurend scherp. Zit hij in kruiphouding en kijkt hij tussen zijn handen? Dan gaan zijn ogen dichtbij kijken en zich naar binnen richten. Richt hij zijn hoofdje op en kijkt hij wat verder, naar een balletje dat op de grond ligt? Dan openen de ogen meer en stellen ze zich scherp op het voorwerp, waardoor hij het goed ziet.

Ilona: Wij noemen dat scherpstellen van de ogen convergeren en divergeren. Kruipende kindjes herhalen dat proces continu en trainen zo hun ogen op zeer jonge leeftijd.

Ellen: Dat hebben ze later op school nodig. In een werkboek op je bank kijk je dichtbij, en naar het bord kijk je van ver. Daar heb je dus die voortdurende afwisseling tussen de twee, wat het zo belangrijk maakt om er vroeg genoeg mee te starten. En daarom hameren wij zo op het belang van kruipen.

Jullie hadden nog iets bijzonders voor onze luisteraars en lezers, klopt dat?

Ilona: Ja, inderdaad! Voor iedereen die de moeite heeft gedaan om tot hier te lezen hebben we een leuke kortingscode op onze 3 videotrainingen Buiklig, Kruipen en Stappen. Met de code DETAALTOREN krijg je 10% korting! De code werkt maar 1 keer! Wil je dus heel wat besparen? Koop de 3 trainingen dan in 1 bestelling!

Veel kruipplezier!

Janne

PS: Ellen en Ilona bundelden nog enkele handige tips voor je. Download ze hier.

Aanmelden om een reactie achter te laten
22. Veelgestelde vragen van logopedisten over vroege taalontwikkeling
door Janne Fret