08. Hoe je met baby- en kindergebaren al communiceert nog voor je kindje kan praten

met logopediste Silke Auwers

Het kwam in vorige podcastafleveringen al aan bod: jij en je kind communiceren al met elkaar nog voor zijn eerste woordje. Logopediste en docente Silke Auwers vertelt hoe je met baby- en kindergebaren al op vroege leeftijd makkelijker met elkaar én zelfs met de dove gemeenschap communiceert.

Wat zijn die baby- en kindergebaren eigenlijk, Silke?

Binnen België is het een vrij nieuw concept, maar elders in de wereld bestaat het al heel lang, zoals in Amerika en Nederland bijvoorbeeld. Het is, zoals vaak, pas later naar België overgewaaid.

Baby- en kindergebaren zijn, zoals het woord zegt, gebaren. Dat lijkt abstract, maar eigenlijk breien ze verder op dingen die we in onze dagdagelijkse communicatie vaak automatisch doen. Je gebruikt je handen sowieso vaak als je communiceert. Denk maar eens terug aan toen je in het buitenland was en jezelf probeerde duidelijk te maken. Bij onze kinderen gebruiken we nog meer gebaren om te communiceren, omdat de mondelinge taal daar, zeker in het begin, nog heel beperkt is.

Bij baby- en kindergebaren gebaar je dus ook, maar daar koppelen we een vastgelegd gebaar aan een bepaald woord, zodat dat altijd hetzelfde is en dus ook die link tussen de mondelinge taal en het gebaar hetzelfde is. Zo slaan kindjes de woordenschat makkelijker in hun geheugen op.

Klopt het dat mensen denken dat als je gebaren gebruikt, je kindje de talige woordenschat minder goed zal aanleren?

Dat klopt. Veel mensen zijn bezorgd dat hun kinderen niet meer zullen praten als ze gebaren gebruiken. Dat is een fabel. Eigenlijk geldt het omgekeerde en ondersteunen gebaren de mondelinge communicatie. Doordat we hen leren dat hun communicatie net veel intentie heeft, gaan ze sneller taal willen gebruiken. Kinderen hebben sowieso de nood om zich mondeling te ontwikkelen. Zodra ze merken dat ze het spraakmotorisch aankunnen, schakelen ze veel sneller over op mondelinge taal in plaats van gebaren of combineren ze de twee.

Vanuit het standpunt van logopedisten denk ik dat gebaren een grote hulp zouden kunnen zijn bij jonge kindjes die zich niet kunnen uitdrukken met spraak: die zijn vaak gefrustreerd en boos en zullen daardoor soms zelfs bijten of slaan.

Dat is inderdaad 1 van de grote voordelen waarover we aan ouders vertellen. Baby- en kindergebaren doen de frustratie afnemen. Enerzijds omdat wij zelf duidelijker aan onze kinderen communiceren en anderzijds omdat kinderen ook veel makkelijker en vooral vroeger in communicatie kunnen treden.

Kijk maar naar de periode tussen de 1 en de 2 jaar: daarin zijn kinderen al heel communicatief ingesteld, maar ze kunnen het eigenlijk nog niet zeggen met hun mond. Gebaren zorgen ervoor dat ze het met hun handjes kunnen vertellen. Zo vermijd je ook heel wat miscommunicatie. Dat merk ik zelfs al bij mijn zoontje dat nog maar net 1 jaar geworden is.

Ook voor kinderen met fonologische articulatieproblemen is het een goede aanvulling tijdens hun logopedietherapie. Zij zeggen misschien ‘kak’ in plaats van ‘tak’, dan zorgen de gebaren ervoor dat er geen miscommunicatie ontstaat.

Bovendien zou het in onze multiculturele samenleving ook een prachtige ondersteuning kunnen zijn voor alle verschillende talen die er tegenwoordig worden gesproken in de kleuterklas of in de crèche. De baby- en kindergebaren zijn in Vlaanderen namelijk overal hetzelfde.

Zijn baby- en kindergebaren iets anders dan de Vlaamse Gebarentaal?

Nee, dat is exact hetzelfde. Baby- en kindergebaren maken gebruik van de Vlaamse Gebarentaal. Wat fantastisch is, want op die manier zouden we volgens Gebarenstem, de organisatie die zich over baby- en kindergebaren buigt, de kloof tussen de horende en de dove gemeenschap kunnen dichten! Dat is heel mooi, want nu voelt het alsof het twee verschillende werelden zijn.

Vlaamse Gebarentaal is bovendien een officiële taal binnen België en toch kent bijna niemand die. Zeg nu zelf, hoe mooi zou het zijn als we op straat tegen een dove persoon iets zouden kunnen zeggen?

Is er een verschil met SMOG: Spreken Met Ondersteuning van Gebaren?

Ja toch wel. SMOG wordt vooral gebruikt voor mensen met een intelligentiebeperking en/of motorische beperking. Het neemt gebaren van de Vlaamse Gebarentaal over, maar gaat ze vergemakkelijken in functie van de doelgroep. Het is zeker een waardevol systeem. In Nederland bestond SMOG tot voor kort ook, al zijn ze daar nu onlangs volledig overgeschakeld op de Nederlandse Gebarentaal. Moet dat dan binnen België ook? Niet per se. De twee voornaamste voordelen aan Vlaamse Gebarentaal is dat het een officieel erkende taal is én een oneindige woordenschat heeft, terwijl die van SMOG beperkt is.

Hoe ben je in die baby- en kindergebaren gerold?

Ik heb altijd grote interesse gehad in Vlaamse Gebarentaal, maar er nooit iets mee gedaan. Tijdens mijn opleiding logopedie ben ik wel een cursus gaan volgen, alleen was er één probleem: je hebt niemand in je omgeving om die taal mee te oefenen, waardoor het supersnel verwatert.

Tot ik enkele jaren geleden, in 2019, op Facebook een bericht zag over Gebarenstem, die de baby- en kindergebaren hier in België lanceerden. Hun lanceringsevenement prikkelde mijn interesse meteen. Tot daarna corona toesloeg natuurlijk en alles stil viel. Ik ben hen blijven volgen en toen ik zag dat ze cursussen organiseerden om docent te worden, heb ik me ingeschreven. Wat ik daar leerde kon ik meteen oefenen in de praktijk: mijn zoontje was namelijk net 6 maanden geworden en dus het ideale ‘proefkonijn’.

Vanaf welke leeftijd kan je babygebaren aanbieden?

6 maanden wordt door de band genomen als de ideale leeftijd beschouwd, omdat kinderen vanaf dan motorisch en cognitief voldoende ontwikkeld zijn om begrippen op te nemen en er een betekenis aan te koppelen.

Je kan er ook vroeger of later mee starten. Hoe vroeger je start, hoe meer je het voor jezelf doet, gewoon om te voelen of dit iets is dat je ligt of dat je wil. Hoe later je start, hoe sneller je kinderen de gebaren zullen oppikken. Als je aan Noah en Emma bijvoorbeeld 1 keer het gebaar voor ‘olifant’ laat zien, zullen ze ermee weg zijn en het snel terug gebaren.

Hoe begin je als ouder met baby- en kindergebaren?

Dat is op zich niet zo moeilijk. Sommige handgebaren die we sowieso al gebruiken, komen overeen met die in de Vlaamse gebarentaal. Denk maar aan de gebaren voor ‘eten’, ‘drinken’, ‘stop’ en ‘wacht even’. Het grootste verschil is dat je je nu meer bewust wordt van wanneer je ze gebruikt en hoe je ze nog meer betekenisvol inzet: je gebruikt een gebaar voor je iets doet, terwijl je iets doet en eventueel daarna. Zo linkt je kind het woord, het gebaar en de context aan elkaar en krijg je taal.

Nog een belangrijke: ga op ooghoogte van je kind zitten, stap mee in zijn leefwereld. We spreken vaak van achter het hoekje tegen onze kinderen: jij staat bijvoorbeeld te koken, terwijl je kind wat verder op de speelmat zit. Op dat moment praat je niet echt tegen hen. Bij baby- en kindergebaren moet je op hun ooghoogte gaan zitten. Je gaat immers gebaren, ze moeten je gebaar dus kunnen zien.

Als ouders met baby- en kindergebaren willen starten, waar moeten ze dan zijn?

De belangrijkste informatiebron binnen België is Gebarenstem. Die vind je via de website www.gebarenstem.be. Via dat platform zie je wanneer er cursussen worden aangeboden. Op dit moment is het aanbod nog beperkt: in de regio Limburg zijn er 2 docenten die regelmatig hun aanbod online zetten. Ik lanceer er binnenkort ook eentje voor de regio Antwerpen. Je volgt dan bijvoorbeeld online of live een volledige oudercursus volgen van 3 sessies gespreid over 3 maanden of een eenmalige kennismakingscursus. Op de Instagram-pagina’s van Gebarenstem of De Klauterboom vind je ook heel wat nuttige info terug.

Let op als je online zoekt: je botst waarschijnlijk op pagina’s uit Nederland. Hou in je achterhoofd dat zij met de Nederlandse Gebarentaal werken en wij met de Vlaamse. Net zoals in onze gesproken taal zit daar verschil op.

Heb je nog een laatste gouden tip?

Heb veel geduld! Mijn zoontje gebaarde op 7 maanden voor het eerst. Daarna was het wachten tot hij 12 maanden was. Hij heeft dus lang niet gebaard. Het duurt soms even, net zoals bij gesproken taal. Maar het is het wachten meer dan waard.

Veel gebaarplezier!

Janne

PS: Wil je ook thuis aan de slag met baby- en kindergebaren? Download dan de handige tips van Silke, die zetten je alvast op weg!

Aanmelden om een reactie achter te laten
07. Schrijven is meer dan aan tafel zitten met een pen
met ergotherapeute Evelyn Schrauwen