06. Mijn kind stottert … Wat nu?

door Janne Fret

Stotteren wordt door de samenleving nog te vaak als een ‘beperking’ gezien, terwijl dat helemaal niet zo is. Je kind kan goed praten, is slim, kent veel woorden, heeft veel vrienden en later ongetwijfeld een goede job… het duurt gewoon langer voor hij zijn zegje heeft gedaan. Wat is stotteren dan precies en hoe ga je er als ouder of leerkracht mee om? Dat vertel ik je in deze podcastaflevering.

Stotteren: een definitie

De Wereldgezondheidsorganisatie definieert stotteren als volgt: spreken dat gekenmerkt is door het frequent herhalen of verlengen van klanken, lettergrepen of woorden of door frequente aarzelingen en pauzes die het ritmisch spreken onderbreken.

Een hele mond vol en toch mist er volgens mij iets. De emoties en gedachten van iemand die stottert, spelen namelijk ook een cruciale rol. Daarom vind ik de definitie van de American Psychiatric Association beter geformuleerd:

Stotteren is een communicatiestoornis gekenmerkt door overmatig onvrijwillige onderbrekingen van de vlotte en ritmische stroom van spraak, in het bijzonder als de onderbrekingen bestaan uit herhalingen of verlengingen van een klank of lettergreep en als ze vergezeld zijn van emoties zoals angst of gedragingen zoals vermijden of duwen.

Deze definitie houdt wél rekening met de emotionele factoren. Er zijn bovendien drie soorten ontwikkelingsstotters.
Zo zijn er herhalingen, die ik kikkerwoordjes noem: ta-ta-tafel.
Er zijn verlengingen, die ik slangenwoordjes noem: sssoep of aaappel.
En er zijn blokkeringen, waarbij de luchtstroom stopt en je kindje even niets kan uitbrengen: k-oekje.

Gevoeliger spraaksysteem en hoge verwachtingen

Nu weet je wat stotteren is, maar hoe begint een kind ermee? De oorzaak van ontwikkelingsstotteren ligt in de hersenen. Het spraaksysteem in de hersenen is bij stotterende kinderen namelijk iets gevoeliger dan bij anderen.

Stotteren heeft ook veel te maken met de capaciteiten en de verwachtingen van een kind. Ontstaat er een disbalans tussen die twee? Dan kan er, als de hersenen een gevoeliger spraakdeeltje hebben, een stotter ontstaan. Stel: je hebt twee kinderen en de jongste wil net zo goed praten als zijn grote broer, inclusief moeilijker woorden. Dan legt hij zichzelf hoge verwachtingen op, zonder die te kunnen inlossen, wat een stotter kan uitlokken. Of: jij stelt als ouder moeilijkere vragen aan je jongste kind, omdat die talig sterk is en/of je het zo gewend bent van zijn grote broer.

Daar maak ik meteen een belangrijke kanttekening bij: ouders zijn NIET de oorzaak van het stotteren, die ligt in de hersenen. De omgeving speelt wel een rol en kan stotteren uitlokken.

De spreekfabriek

Hoe leg je nu aan je kindje van 4 of 5 uit wat stotteren is? Ik doe dat aan de hand van de spreekfabriek uit het boek De Survivalgids Stotteren en broddelen. Het boek zegt dat er een spreekfabriek in je hersenen zit. Daarin werken mannetjes aan een lopende band. Op die band zetten ze woordjes en aan het einde zit je mond. Rollen die lettertjes de band af? Dan spreek je.

Het eerste mannetje krijgt een idee en wil bijvoorbeeld zeggen: “Ik wil straks gaan zwemmen”. Het volgende mannetje kiest dan alle woordjes voor die zin uit. Het derde mannetje zet ze in de juiste volgorde. Het vierde mannetje let op de taalregels. Het vijfde mannetje bestuurt alle spierbewegingen, wat er wel 100 per klank zijn. En last but not least duwt het zesde mannetje alles naar buiten.

Loopt er ergens iets mis? Zijn de mannetjes moe of moeten ze heel snel werken? Dan komt het woordje of de zin er niet goed uit. Dan komt de grote baas van de spreekfabriek op de grote rode knop drukken, valt de fabriek stil en krijg je een stotter. Dat geeft de mannetjes in de spreekfabriek de tijd om alles weer op orde te krijgen. Een stotter helpt je hersenen dus om de timing en de coördinatie weer op elkaar af te stemmen.

Uitlokkende factoren

Zoals ik daarnet schreef, zijn er uitlokkende factoren die een stotter triggeren. Grote gebeurtenissen zoals verhuizen, een nieuwe baby of een scheiding bijvoorbeeld. Zelfs Sinterklaas lokt bij sommige kinderen een stotter uit. Door de emotie en de spanning die een kind opbouwt, komt er dopamine vrij, die de balans in de hersenen verstoort.

Ook een vakantie die start of stopt kan een uitlokkende factor zijn. De structuur die je kindje op school had, valt plots weg of komt weer terug, wat hem uit evenwicht brengt. Of: de spreekdruk van school valt weg: je kindje moet tijdens de vakantie plots minder vaak spreken, wat de druk van de ketel haalt.

Een derde uitlokkende factor zijn gemoedstoestanden zoals vermoeidheid. Iedereen die moe is, verspreekt zich wel eens sneller, ook mensen die niet stotteren.

Als ouder is het belangrijk om die uitlokkende factoren van je kind in kaart te brengen. Zo ontdek je misschien een patroon. Daarvoor kan je een stottertherapeut inschakelen. Of hou zelf een logboek bij waarin je opschrijft wanneer de stotter de kop opsteekt en wat er die dag allemaal is gebeurd.

Wat kan je thuis nog doen om de spreekvloeiendheid van je kindje te bevorderen? Daar geef ik je graag 5 tips voor! Let wel: ze werken de stotter van je kind niet weg. Het helpt hem of haar vooral om er beter mee om te gaan. En jou en je omgeving ook, trouwens!

1. Focus op de inhoud

Begint je kind te stotteren tijdens het praten? Focus dan op wat hij zegt in plaats van op de manier waarop hij spreekt. Luister goed, ga mee in het verhaal en geef vooral positieve feedback. Zeg dingen als: “Ik ben blij dat je me dit hebt verteld” of “Ik vind het leuk dat ik dit van je weet”. Zo stimuleer je je zoon of dochter om ook een volgende keer iets tegen je te komen vertellen en geef je de stotter geen negatieve connotatie.

2. Let op gezichtsuitdrukking

Deze tip komt vaak voor de grootouders van pas. Hou oogcontact met het kind. Kijk tijdens het stotteren niet weg omdat je het zelf ongemakkelijk vindt. Zucht niet als het te lang duurt, frons niet of kijk hem niet vol medelijden aan, maar hou een open, vriendelijke blik. Zo voelt je kindje dat stotteren niets slechts is.

3. Hou de spreekdruk laag

Hoe hoger de spreekdruk, hoe meer je kind stottert. Vermijd daarom open vragen zoals: “Wat heb je vandaag allemaal gedaan op school?”. Je verwacht een uitgebreid antwoord, wat misschien druk creëert bij je kindje. Stel liever ja-neevragen zoals: “Was het leuk op school?”. Dat is makkelijker, zowel talig als qua spreekdruk, zéker na een vermoeiende schooldag. Wil je kindje meer erover vertellen? Dan zal het dat wel doen, wees gerust.

Een andere tip? Verlaag je eigen spreektempo. Als jij iets trager praat, neemt je kindje dat meestal over. Wat zijn mannetjes in de spreekfabriek meer tijd geeft om na te denken, alles in de juiste volgorde te zetten en beter te articuleren. En meer tijd betekent minder stotters.

Familiebezoeken zijn ook vaak een bron van spreekdruk. We willen natuurlijk allemaal dat onze zoon of dochter beleefd is en ‘dank u’, ‘alsjeblief’ of ‘dag’ zegt. Maar moet dat per se in gesproken taal? Kan het ook met een knuffel, een kushandje of zwaaien? Ik vind van wel.

In de lagere school houden kinderen al spreekbeurten. Ook die zijn soms een trigger. Een tip die ik aan juffen en meesters geef? Vragen of het stotterende kindje zijn spreekbeurt voor de klas wil geven, liever voor jou alleen of misschien zelfs vooraf wil opnemen. Spreken voor een groep is een belangrijke vaardigheid, dat klopt. Maar merk als je als leerkracht dat het stotteren reacties in de klas uitlokt? Dan is het anders aanpakken een fijne oplossing voor iedereen.

4. Wees open over stotteren

Heeft je kind door dat het stottert? Wees dan niet bang om erover te praten. Toon interesse en laat vooral weten dat stotteren helemaal oké is. Druk hem of haar op het hart dat hij jou vragen mag stellen en dat jij er voor hem bent.

Vraag bijvoorbeeld of je kind het fijn vindt dat jij zijn woordjes afmaakt. En vertel dat jullie samen naar een babbeljuf kunnen gaan die jullie veel over babbelmondjes kan leren, zonder er een negatief oordeel op te plakken.

5. Vermijd negatieve reacties

Negatieve reacties op stotteren worden nooit getolereerd. Niet thuis, niet op school, niet in de supermarkt, nergens. Merk je dat anderen negatief reageren op stotteren? Spreek hen erover aan en vooral: informeer hen. De negatieve reacties komen vaak voort uit onwetendheid, zowel bij volwassenen als kinderen. Het is onze taak als ouder om aan onze kinderen te leren dat wat anders is, niet per se slecht is. Ongeacht of dat nu over stotteren gaat, een andere huidskleur of broccoli.

Zegt iemand waar je kind bij staat plots: “Zeg ben je er al eens mee naar een stottertherapeut geweest want hij stottert wel hard he”? Laat je dan niet van je stuk brengen en ga niet mee in de negativiteit. Leg uit dat het spreekfabriekje van je kindje gevoeliger is en dat dat helemaal oké is. Zo voelt je kind dat er niets mis is met hem of haar en klapt hij of zij niet dicht.

Als laatste wil ik jou nog eens geruststellen dat er niets mis is met je kind. Het is niet minder waard dan een ander. Niets is onmogelijk, ook al stotter je. Kijk maar naar grote sterren zoals Ed Sheeran, Bart Peeters, Julia Roberts, Bruce Willis, Elvis Presley, Einstein of Samuel L. Jackson. En als dat nog niet genoeg is: ik stotter ook, en ik leef m’n droomleven!

Veel praatplezier!

Janne

PS: Deze tips in een handig formaat voor thuis of in de klas? Download ze heel eenvoudig hier.

Aanmelden om een reactie achter te laten
05. 7 manieren om communicatie bij je peuter uit te lokken
door Janne Fret