03. Het belang van voorlezen

door Janne Fret

Voorlezen… als ouder doe je het waarschijnlijk vaak. Wist je dat het ook echt heel belangrijk is voor je kind? Ook wanneer hij of zij al kan lezen? In deze podcastaflevering vertel ik je waarom én hoe jij het beste maakt van jullie fijne voorleesmoment.

Fantasie stimuleert de taalontwikkeling van je kind

Als je zelf leest, heb je ’t vast al gemerkt: een boek brengt je meteen in een andere wereld. Je laat je fantasie de vrije loop, ziet de personages voor je en zelfs hun huis haal je je levendig voor de geest. Bij kinderen is dat precies hetzelfde. In hun prentenboeken staan dan wel mooie, kleurrijke prenten om hen te helpen het verhaal te begrijpen, toch neemt dat hun fantasie niet weg. Ze geven de niet-afgebeelde personages vorm in hun hoofd, bijvoorbeeld. Ook staat niet elk stukje van het verhaal afgebeeld op de prenten. Kinderen kunnen nog honderden extra details verzinnen.

Dat is het moment waarop taal een grote rol speelt. Als jij of je kind fantaseert, dan denk je en dan gebruik je taal in je hoofd. Willen kinderen die fantasie delen? Dan hebben ze daar ook taal voor nodig. Daarom is voor hen zo belangrijk om naast zelf lezen ook zo lang mogelijk voorgelezen te worden.

Nadenken over oplossingen

Tijdens het lezen komen kinderen situaties tegen die ze zelf nog nooit hebben meegemaakt. Denk maar aan een ruzie, een verre reis of de eerste keer naar de tandarts. Door dat nu al te ervaren in een verhaal, leren ze taal bij om daarover te communiceren. En het stimuleert hun probleemoplossend vermogen: ze denken mee over oplossingen.

Zo las ik met Emma (3,5 jaar) een verhaal over Jip en Janneke die naar de dierentuin gingen. Jip wilde daarna niet eten, tot zijn papa zei dat alle dieren in hun hok moesten. Elke lepel pap werd en een dier en de mond van Jip het hok. Enkele dagen later was het Emma die niet wilde eten. Ik vroeg haar: “Hoe kan ik jou helpen om toch een beetje te eten?”. Waarop zij antwoordde: “Je kan dierenhapjes geven zoals Jip!”. Emma herinnerde zich het verhaal dus. En had door probleemoplossend te denken haar eigen probleem opgelost.

Een pluspunt: ik kon haar meteen nieuwe woordenschat over dieren aanbieden. Ik gebruikte niet alleen voor de hand liggende dieren zoals een olifant of een koe, maar ook orka’s en zeepaardjes. Soms vroeg Emma me dan om een foto van die nieuwe dieren. Zo leerde ze weer wat bij.

Wil jij ook het probleemoplossend denken van je kind stimuleren? Stel tijdens het voorlezen dan bijvoorbeeld vragen zoals: “Wat zou hij nu moeten doen?” of “Hoe zouden ze dit kunnen oplossen?”. Wie weet geeft je zoon of dochter wel verrassende antwoorden!

Een sterkere band met je kind

Voorlezen versterkt de band tussen jullie tweetjes. Het is, zoals je al gemerkt hebt, een interactiemoment en geen eenrichtingsverkeer: je kan vragen stellen, je kind een stukje laten vertellen of een nieuw einde verzinnen.

Je kan er zelfs mee anticiperen op gebeurtenissen. Er zijn bijvoorbeeld boekjes over je tutje afgeven, de komst van een broertje of zusje, verhuizen of Sinterklaas. Die helpen je om je kindje voor te bereiden op nieuwe situaties of indrukken en om hun gevoelens te verwerken. Vindt je kindje iets spannend? Lees er dan samen eens een boekje over. Zo voelt hij zich niet meer alleen en leert hij wat hij kan doen.

Beter luister- en concentratievermogen

Je hebt vast al ontdekt dat het geen goed idee is om een lang boek te lezen met een heel actief kind. Ik begrijp het, Noah is ook zo. En dat is helemaal oké. Je hoeft het boek niet van a tot z uit te lezen. Zelfs in de helft beginnen of maar drie pagina’s lezen is prima, het moet leuk blijven. Het belangrijkste is dat je het doet. Want hoe meer je voorleest, des te beter je kinderen zich zullen concentreren en des te beter ze naar het verhaal zullen luisteren.

Kinderen die veel voorgelezen worden, die hun ouders zien lezen en die veel boeken zien tout court, zullen later zelf ook meer lezen. Monkey see, monkey do, eigenlijk. (Niet dat je kinderen apen zijn natuurlijk… Nu ja, soms.) Stop je de boekjes hoog in een kast? Dan raken je kinderen er letterlijk moeilijker bij en zullen ze er minder snel naar vragen. Steek ze daarom liever in een laag boekenrek. Dan duiken ze er spontaan vaker in. Zo heeft Ikea wel enkele leuke lage kastjes of zelfs een kruidenrekje dat je als boekenrek kan gebruiken.

Boekjes voor alle leeftijden

Er zijn boekjes en verhalen voor alle leeftijden. Ja, zelfs voor baby’s. Toen Emma een paar weken oud was, las ik haar al voor uit Disneyboeken omdat ze rustig werd van mijn stem. Kon ik niet bij een boek omdat ze op m’n buik lag te slapen? Dan vertelde ik verhalen die in me opkwamen, zoals over mijn bevalling of over Assepoester. Er zijn nog tal van andere opties:

  • Knisperboekjes: die zijn perfect voor baby’s van 3 à 4 maanden die zich bewuster worden van zichzelf en hun omgeving. De boekjes maken geluid als je ze vastneemt. Meestal staat er geen tekst in, maar dat betekent niet dat je er niet uit kan voorlezen. Vertel bijvoorbeeld over de dieren die je in het boek ziet of verzin er zelf een verhaaltje bij.
  • Boekjes met patronen: baby’s hebben een voorliefde voor patronen. Ruitjes, strepen, zwart-wittekeningen, noem maar op. Ik vond het eerst zelf heel vreemd, maar Emma heeft er enorm vaak mee gespeeld. Ook daar kan je vertellen over de vormen die je ziet.
  • Badboekjes: baby’s steken nu eenmaal veel in hun mond. Deze boekjes was je makkelijk af. Je hoeft ze ook niet alleen in bad te gebruiken, natuurlijk.
  • Kartonnen boekjes: die zijn perfect voor wanneer je kindje ouder wordt. Er zijn kartonnen boekjes met telkens op één pagina één afbeelding met een woordje, maar ook met meer prenten en zelfs met hele verhalen in. Moet je die dan allemaal in huis halen? Nee hoor, je kan perfect je eigen verhalen verzinnen als er maar één diertje op de prent staat. Wat je ook vertelt, het wérkt voor je kindjes.
  • Voelboekjes: deze boekjes zijn heel leuk om communicatie uit te lokken. Reageer bijvoorbeeld superenthousiast als je iets voelt en koppel daar extra woordenschat aan. Begin met uitroepen zoals “Ooh!” en “Wauw!”. Baby’s vinden dat leuk en doen dat gemakkelijker na. Daarna kan je ook de structuren en kleuren beschrijven: hard, zacht, ruw, geel, noem maar op.
  • Leesboekjes: En dan liefst met van die mooie blaadjes om kapot te scheuren (mopje). Je hebt leesboekjes over allerlei standaardthema’s zoals de boerderij, de zee of de seizoenen. Maar er zijn ook boekjes om je voor te bereiden op nieuwe fasen zoals op het potje gaan of verhuizen en zelfs moeilijkere onderwerpen zoals een overlijden.

Je merkt het: elk boekje leent zich om voor te lezen. Maak er een fijn moment van en prikkel de fantasie van je kindje!

Ik wens je veel leesplezier!

Janne

PS: Wil je al deze tips in een handig A4-formaat? Download ze hier, zo heb je ze altijd bij de hand.

Aanmelden om een reactie achter te laten
02. Welke taal spreek ik best met mijn kind?
met logopediste Sofie Verrijkt